Het Ras - Geschiedenis Het woord Terriër stamt af van
het Latijnse woord "Terra" wat
zoiets betekend als grond. Dit
komt omdat het ras gekweekt is
om de prooi tot in de grond te
volgen tijdens de jacht en deze
weer op te jagen tot boven de
grond. Terriërs komen in de
geschiedenis voor als de groep
die geen eigenschappen had
van de jachthond (destijds
aangeduid als gundog) of van
de bulldog. Ook deze laatste
zag er toen wel heel anders uit
dan tegenwoordig. De teksten
uit de geschiedenis (de eerste
tekst is van 2 eeuwen voor
Christus door de Grieken)vertellen ons dat de terriër al
gebruikt werd als werkhond bij
de Romeinen. Ook hebben zij verschillende terriërs gebruikt voor het
toen populaire hondengevechten. Ook rattenvangen was 1 van de
beroepen van de terriër. We spreken hier alleen van terriërs omdat
het hier nog niet gaat om de Jack Russell Terriër, maar een
voorvader van deze soort. Met name (Staffordshire) Bull Terriërs
werden gebruikt en Fox Terriërs. In 1359 wordt het woord terriër als
eerste keer gebruikt in een Frans boek over de jacht. Geschreven
door Gace de la Vigne. In de 16e eeuw schreef de Fransman Du
Fouiloux een boek gewijd aan de jacht. Hierin maakte hij
onderscheidt in 2 verschillende terriërs. Terriërs (waarschijnlijk
afkomstig uit de lage landen) met kromme poten en een korte kop en
de andere is ruwharig met rechte poten. De Fransman geeft al aan dat
de krompotige versie een stuk makkelijker de grond in gaat dan de
grotere en daardoor meer geschikt is voor de jacht op kleine
gronddieren. (zie foto) Dit was eigenlijk de onderscheidt tussen de foxterriër en de
schotse terriër. Deze terriërs werden verderop in de geschiedenis in
het land van oorsprong Groot Brittannië ingezet bij het adellijke
spel Bullbiting ofwel koeien (Bull) bijten.
Rond 1850 waren er ook ratenvangers in Groot Brittannië (zelfs
werkend voor het hof) die met de terriërs de ratten vingen. Jack
Black was er zo 1 (zie foto), die ook in zijn vrije tijd honden
fokte. Hij had een Black & Tan Terriër genaamd Billy die de beste
vanger in die tijd was. Het grootste gedeelte van Black en Tan
afstammelingen in Londen in die tijd waren afkomstig van deze reu.
Hij heeft zelfs puppies verkocht aan de Oostenrijkse Ambassadeur. Er
was geen gelijke aan deze Black & Tan Terriër. Vanaf 1850 werden de
inmiddels ontstane lijnen verder gefokt. Eigenschappen waren: Groot
uithoudingsvermogen, zelfstandig, moedig en sterk. De dieren kenden
letterlijk geen angst en deden veel, zo niet alles voor hun baas.
Uit de foxterriër zoals hierboven beschreven is uiteindelijk onze
geliefde Jack Russell ontstaan. Of, om de site maar te steunen, is
de Jack Russell ontstaan als een Jack Hussell. De kenmerken van deze
hond zó
rond medio de 19e eeuw zoals beschreven hebben dat als enige mogelijkheid. |